Jacht

De Alpenländische Dachsbracke als jachthond.

Deze werkhond wordt vooral gebruikt voor het uitwerken van bloedsporen (zweet) als wild (reeën, herten, enz) gewond of aangeschoten is. Daarnaast wordt dit ras gebruikt voor de jacht op hazen, vossen, reeën, herten en wilde zwijnen. Het gaat hierbij meestal om drijfjacht of drukjacht. Ze hebben extra grote hoektanden aangezien ze in staat moeten zijn om alleen (of met z'n tweeën) een wild zwijn te kunnen stellen, maar ook aanvallen en/of doden. In Oost Europa en Zuid Europa wordt deze vorm van jacht nog steeds uitgevoerd. In Nederland is deze jachtvorm verboden. Deze vorm van jacht is niet zonder enig risico en menig Dachsbracke sneuvelt dan ook.

 

Verder worden ze gebruikt om het wild op te jagen (jacht voor de voet of drijf-/drukjacht) zodat de jager in staat is het wild te doden door geweerschot. Deze jacht is de meest voorkomende vorm samen met het zweetwerk (nazoeken van aangeschoten of gewond wild).

 

De Alpenländische Dachsbracke jaagt vaak alleen met voorjager of in een koppel met voorjager. Zij zijn geen echte "roedeldieren" en zijn dus niet gelijk vriendjes met elke andere hond. Ze hebben over het algemeen echte verdedigingsdrang (prooinijd) als het om eten gaat. Dit heeft te maken met de drang om hun prooi te beschermen tegen alles en iedereen voor zijn voorjager.

 

Door het samenspel met de voorjager is het een trouwe werkhond. Hun reukvermogen is buitengewoon goed. Hierdoor kunnen ze soms wat "doof" zijn bij het ruiken van wild in een bos/weide. Tegen vreemden kunnen ze in eerste instantie wantrouwend overkomen. Echter ze zijn vriendelijk tegen kinderen en volwassenen. In huis zijn ze rustig en stabiel, zolang ze buitenhuis de gelegenheid krijgen tot werken. Dit ras heeft vooral veel uitdaging nodig en een duidelijke baas/voorjager die hem dat geeft.

 

Met Edoardo wordt gewerkt als zweethond. Wij enkele jaren actief in het trainen van zweetwerk en zijn oproepbaar voor praktijknazoeken. Ook met Maura zijn we begonnen met de zweetwerktraining.

 

Zolang een Dachsbracke bezig is en de energie kwijt kan, merk je dat je een evenwichtige rustige jachthond hebt die erg goed in huis te houden is.



Jachtsoorten

Er zijn verschillende methodes voor de jacht. Zowel voor- als na het schot staan hier enkele voorbeelden.
Voor het schot:

  • Druk- of drijfjacht. 
  • In de aanzit of hoogzit
  • Jacht voor de voet
  • Jacht op waterwild
  • Lokjacht
Verschillende rassen worden gebruikt bij de verschillende soorten jacht. Vaak zijn bepaalde rassen gespecialiseerd in een deel van het veldwerk. de nazoek of het retrieven. Zo is de Alpenländische Dachsbracke vooral gespecialiseerd in de nazoek en het opdrijven van grootwild, terwijl een Labrador weer gespecialiseerd is in het retrieven van kleinwild NA het schot. Een Duitse Staande Draadhaar zal weer gespecialiseerd zijn in het aanwijzen van het wild, terwijl de Beagle vooral kleinwild opjaagt uit de dichte dekking zodat het voor een jager gemakkelijker wordt om deze te schieten. Andere jachthonden (Dashonden) jagen de dassen of vossen uit hun hol en weer andere rashonden helpen de jager bij lokken van eenden naar de eendenkooi (Het Nederlandse Kooikerhondje).
 

Zo is er dus voor de diverse jachtmethodes ook een andere type werk/jachthond nodig. Dit is één van de redenen waarom er zoveel diverse jachthonden zijn.